1881 Mede-oprichtster van de Nieuw-Malthusiaansche Bond
Voorbehoedsmiddelen waren eind 19de eeuw nauwelijks verkrijgbaar. Het
was nu eenmaal het lot der vrouw zwanger te worden, meende men. Als voorbehoedsmiddelen overal verkrijgbaar waren, zou de mensheid vast uitsterven of zich massaal overgeven aan overspel.
Maar Aletta zag in haar praktijk als arts: "vrouwen die niet anders
dan kwijnende of levenloozen kinderen ter wereld brachten, zoo goed als
zij voor wie elke nieuwe bevalling een nieuwe worsteling met de dood beteekende".
Toen Aletta in 1882 op de hoogte raakte van het veilige pessarium, adviseerde
ze vrouwelijke patiënten het gebruik ervan. Ondanks de protesten
stopte ze niet, overtuigd van de medische en morele rechtvaardigheid ervan.
In het verlengde hiervan werd ze openlijk lid van de Nieuw-Malthusiaansche
Bond, die zich inzette voor een verantwoorde geboortenbeperking.
|